Wat wordt er van jou verwacht?
Start dit jaar met het aanleren van een goede, nieuwe werkgewoonte. Eéntje die je gaat helpen in je werk. Die er onder andere voor zorgt dat je niet teveel werk op je bordje hebt. Die er voor zorgt dat je collega’s precies weten wanneer ze je voor iets kunnen benaderen. Die óók maakt dat zij zich niet bezwaard hoeven te voelen in bepaalde gevallen. Het is dé manier om teleurstelling te voorkomen. Zowel bij je collega’s, je manager als bij jezelf. Klinkt als een win-win situatie, toch?
Verwachtingsmanagement
Die nieuwe werkgewoonte is het doen aan ‘verwachtingsmanagement’. Je creëert werksituaties waarin de verwachtingen van je collega’s of manager overeenkomen met wat jij kan leveren. Teleurstellingen in je werk ontstaan namelijk wanneer jij niet voldoet aan de werkverwachtingen van een ander of je afspraken niet nakomt. Er is dan een kloof tussen wat jij kan doen en wat de ander verwacht dat jij doet. Dat maakt dat het heel belangrijk is dat je de verwachtingen van anderen op één lijn laat liggen met wat jij écht kan waarmaken. Dit betekent bijvoorbeeld dat je niet (meer) ingaat op een verzoek van een collega terwijl jij al tot over je oren in het werk zit. Of je manager laat weten dat dat extra project echt niet meer past in je beschikbare werktijd.
Maar hoe doe je dat dan?
Oké, je begrijpt nu vast dat verwachtingsmanagement essentieel is voor een goede work-load én goede werkverhoudingen met je collega’s en manager. Maar hoe doe je dat nu in de praktijk? Allereerst is een goed overzicht over al je werkzaamheden de basis hiervoor. Noteer al je taken op je digitale takenlijst en reserveer er tijd voor in je agenda. Haal ze dus in ieder geval allemaal uit je hoofd, uit je inbox en uit al je notitieblokken. Alleen dan weet je of je nog op een verzoek kan ingaan of een extra project erbij kan doen. Wil je meer weten over het effectieve gebruik van een takenlijst? Lees dan onze blog ‘To do or not to do’.
Tips
- Achterhaal de verwachtingen van de ander: Weet wat er van je gevraagd wordt, en dus van je verwacht wordt, bij een vraag of verzoek. Dit betekent dat je goed doorvraagt, naar de precieze vraag, de termijn waarop het af moet zijn en het gewenste resultaat.
- Check of de vraag in jouw tijdsplanning past: Houd de vraag altijd tegen je eigen tijdsplanning aan (agenda en digitale takenlijst). Kijk op deze manier wanneer je tijd en ruimte hebt om aan de vraag te voldoen.
- Communiceer helder naar de ander: Laat de ander op een duidelijke manier weten of je aan de vraag kan voldoen. En zo ja, binnen welke termijn.
- Manage de verwachtingen ook in je e-mail: Geef bij het beantwoorden van je mail ook duidelijk aan wanneer jij tijd hebt om terug te komen op de vraag of de gewenste actie.
- Gebruik je e-mailhandtekening: Zet duidelijk in je e-mailhandtekening hoe jij werkt en wat jij van de ander verwacht. Een mooi voorbeeld is de volgende tekst onder je e-mailhandtekening: ‘Ik werk plaats- en tijdonafhankelijk. Ontvang je op een voor jou ongebruikelijk moment een e-mail van mij? Wacht dan gerust met antwoorden tot het jou past.’ Is dat ook iets wat bij jou past?
- ‘Nee’ is ook een antwoord: Wanneer je een verzoek krijgt, mag je ook gewoon ‘nee’ zeggen. Klinkt dit te bot voor je? Oefen jezelf er dan in om op een voor jou goede manier niet in te gaan op een verzoek. Zeg bijvoorbeeld dat je de ander graag wilt helpen, maar dat je er nu geen tijd voor hebt. En geef dan eventueel aan wanneer je er wel tijd voor zou hebben.
Zo wordt je een echte ‘verwachtingsmanager’! 🙂
Terug naar het overzicht